CD&V wil meer financiële ademruimte voor wie partner verliest

Wanneer iemand zijn of haar echtgenoot verliest, blokkeert de bank de gemeenschappelijke rekening van het echtpaar. Banken laten de langstlevende partner wel toe om maximum 5.000 euro af te halen. Daarbovenop kunnen banken de zogenaamde bevoorrechte kosten uitbetalen, zoals begrafeniskosten en kosten van de laatste ziekte. CD&V-Kamerlid Servais Verherstraeten heeft een wetsvoorstel ingediend om deze regeling te moderniseren. Hij wil het maximumbedrag optrekken naar 7.000 euro, de uitbetaling van bevoorrechte kosten verplichten en de regeling opstellen naar wettelijk samenwonenden.

Verherstraeten: “Wie zijn of haar partner verliest, gaat door een zware periode van rouw. CD&V wil niet dat langstlevende partners zich ook nog eens zorgen moeten maken of ze wel rondkomen of de ziekenhuiskosten van de overledene kunnen dragen. Dit voorstel wil dit voorkomen door de langstlevende partner meer financiële ademruimte te geven na het overlijden.”

Het voorstel van CD&V wijzigt de huidige wet (van 28 juni 2009) op drie vlakken.

Ten eerste wordt het maximumbedrag van 5.000 euro dat banken kunnen uitkeren opgetrokken naar 7.000 euro. “Het bedrag van 5.000 euro is sinds 2009 niet aangepast,” licht Verherstraeten toe. “Nochtans zijn de prijzen van goederen en diensten na twaalf jaar aanzienlijk gestegen. Een verhoging naar 7.000 euro moet wie achterblijft beter toelaten om in basisbehoeften te voorzien. In de toekomst zou het echter beter zijn dat dit bedrag ook automatisch geïndexeerd wordt.”

Ten tweede wil Verherstraeten de regeling rond bevoorrechte kosten wettelijk verankeren. Verherstraeten: “Vele weduwen en weduwenaars worden na het overlijden met hoge kosten geconfronteerd. Voorbeelden hiervan zijn de kosten van het ziekenhuis van hun overleden partner, het rusthuis of de begrafenis. CD&V wil dat de banken deze kosten bovenop het bedrag van 7.000 euro uitbetalen aan de langstlevende partner. Hoewel vele banken hiervoor een regeling aanbieden, is het beter om dit wettelijk vast te leggen.”

Ten derde beoogt het CD&V-voorstel een ruimere invulling van het begrip ‘partner’. Verherstraeten: “We willen de moderne definitie die ook in de Vlaamse wetgeving van de erfbelasting wordt gehanteerd. Onder voorwaarden zouden dan ook feitelijk samenwonenden onder de regeling vallen. Een koppel dat voor enige tijd feitelijk samenwoont, ondervind hiervan ook vermogensrechtelijke gevolgen door het huishouden dat ze delen. Het is meer dan normaal dat de langstlevende partner in deze relatie ook in zijn basisbehoeften moet kunnen voorzien.”